U mag de kosten aftrekken die u maakt voor het afsluiten van uw hypotheek. U mag deze kosten in 1 keer aftrekken. Dat doet u in de aangifte over het jaar waarin u de kosten maakt.
Dat gaat om:
- advies- en bemiddelingskosten voor uw hypotheekadviseur
- bereidstellingsprovisie; dat geld betaalt u aan de bank of een verzekeraar om de aangeboden rente in de offerte te verlengen.
- notariskosten voor de hypotheekakte
- kadastrale rechten voor de hypotheekakte
- taxatiekosten voor het krijgen van de lening
- kosten voor de aanvraag van de Nationale Hypotheek Garantie
- bouwrente die u betaalde ná het tekenen van het voorlopig koopcontract, maar vóór het tekenen van de hypotheekakte
- kosten voor uw nieuwbouwdepot of verbouwingsdepot
Hebt u de kosten meegefinancierd in uw hypotheek? Dan mag u ook de rente hierover jaarlijks aftrekken.
Wat u niet mag aftrekken, maar wel meefinancieren in uw hypotheek:
- bemiddelingskosten voor de aankoop van de woning; bijvoorbeeld makelaarsprovisie.
- overdrachtsbelasting en omzetbelasting
- notariskosten en kadastrale rechten voor de koopakte
- bouwrente over de periode voor het afsluiten van de voorlopige koopovereenkomst
- kosten van onderhoud en verbouwing
Voor een rijksmonumentenpand mag u deze kosten onder bepaalde voorwaarden wel aftrekken.
U mag ook de hypotheekrente aftrekken die u betaalt over uw hypotheek. U moet dan wel aan de volgende 3 voorwaarden voldoen:
- U gebruikt de hypotheek of lening voor het kopen van een eigen woning of voor het verbouwen of onderhouden daarvan. Of voor de afkoop van rechten van erfpacht, opstal of beklemming.
- U lost de hypotheek of lening binnen 30 jaar af. Hebt u een annuïtaire of lineaire hypotheek? Dan voldoet u vanzelf aan deze voorwaarde.
- U lost elk jaar een minimumbedrag af. Dit bedrag staat in uw hypotheek- of leenovereenkomst.
Alleen een starterslening van de SvN hoeft u de eerste 3 jaar niet af te lossen.
Bron: Belastingdienst